Deze zomervakantie wandelde ik met een vriend door de Zwitserse Alpen en stond ik boven op de berg. Geweldige ervaring. Majestueuze bergen, en je wordt altijd weer overweldigd door de grootsheid van de natuur. Op één van onze tochten kwamen we op 2700 meter hoogte. Sneeuw in juli! Het blijft een sensatie om daardoorheen te lopen.
Een medewandelaar drukte ons ineens hard met de neus op de feiten: “Vijfentwintig jaar geleden wandelde ik hier ook al. Toen was het hier in juli nog één grote ijsvlakte, zover als je kijken kon,” zei hij.
Tja, dat is even een domper verwerken. Blijkt dus allemaal niet veel voor te stellen, dat prutssneeuwveldje in juli.
“Ja, ja, gek zomertje dit jaar,” sputter je nog wat tegen. Maar nee, volgens onze wandelgenoot was het structureel. Hij kwam hier bijna elk jaar, en zag het ijsveld voortdurend ineenschrompelen.
En toen, bovenop die berg, kwam die vraag weer levensgroot bij me oppoppen: hoe komt het dat nog steeds niet iedereen overtuigd is van klimaatverandering en de beslissende rol die de mens daarin speelt?
Volgens mij zit het zo: je hebt een relatief kleine groep die klimaatverandering, en de rol van de mens daarin, ontkent. Daar is sowieso niets mee te beginnen. Maar een veel grotere groep bewéért wel het tegengaan van klimaatverandering te steunen, maar diep in het hart geloven ze er geen barst van. ‘Zal wel zo’n vaart niet lopen’.
Sociaal gewenste antwoorden zijn makkelijk gegeven, om vervolgens weer over te gaan tot de orde van de dag. Een fraai staaltje van deze zogenaamde realpolitik gaf Wael Sawan, de CEO van Shell ten beste in een interview in NRC. Nee, vanzelfsprekend deed Shell zijn best voor het klimaat en de energietransitie, de mensen zagen het verkeerd. Maar: “Geld ophalen bij aandeelhouders is cruciaal voor onze kapitaalintensieve industrie. Als we geen rendement maken gaan we eraan…..Wij moeten maximaal dividend genereren voor onze aandeelhouders, en zij moeten dat geld weer steken in hernieuwbare energiebedrijven.” Wel ja, afschuiven maar. Aandeelhouders eerst, dan kijken we wel verder. Erst kommt das Fressen, dann die Moral, zei Bertold Brecht al. Met CEO’s als Wael Sawan gaan we het klimaat in ieder geval niet redden.
Maar ik ben toch niet gek, daar bovenop die berg? Ik zie toch dat likje sneeuw? Ik hoor toch echt de verhalen van mijn wandelgenoot die uit eigen ervaring weet dat dit twintig jaar geleden in de zomer nog steevast een enorme top met eeuwige sneeuw was? Of gelooft Wael Sawan diep in zijn hart ook al niet dat die klimaatverandering echt bestaat, of slechts een minor problem is?
De Duitse klimatoloog Friederike Otto zegt in haar boek ‘Angry Weather’ dat alle klimaatvoorspellingen van de afgelopen dertig jaar kloppen. In 1990 werd de gemiddelde temperatuurstijging in 2020 exact voorspeld. De modellen klopten. Voorspellingen uit 1990 over de toename van het aantal hittegolven, bosbranden, cyclonen, smelten van de poolkappen, zware regenval, het klopte allemaal. Waarom zouden we geloven dat onze huidige voorspellingen, gebaseerd op veel accuratere modellen dan die uit 1990, in 2050 niét kloppen? Dat is hoogst onwaarschijnlijk.
Je hoort dan vaak als tegenwerping: ach, ze kunnen niet eens het weer van morgen voorspellen, laat staan dat van 2050.
Statistiek blijft een moeilijk ding. Het weer voorspellen is als het raden van kop of munt bij één keer gooien. Een klimaatmodel daarentegen lijkt op het eindeloos herhalen van het opgooien van een muntje. Als je één keer gooit en kop of munt wilt voorspellen, heb je maar vijftig procent kans dat je het goed raad. Als je dúizend keer het muntje opgooit, heb je bijna honderd procent kans dat je in de helft van het aantal worpen kop gooit. Makkelijk te voorspellen dus.
Klimaat is iets anders dan het weer, maar leg het de mensen maar eens uit.
Wie in ieder geval geen jota van statistiek snapt, is Thierry Baudet. Onlangs kreeg hij in een Kamerdebat de vraag voor de voeten geworpen of hij niet wist dat in de afgelopen honderdveertig jaar het aantal CO2-deeltjes in de atmosfeer was gestegen van 280 per miljoen naar 420 per miljoen deeltjes. Ja, dat wist hij. Het aantal C02-deeltjes was inderdaad met zo’n dertig procent toegenomen, beweerde hij. (Fout, het is met vijftig procent toegenomen, maar geen haan die er naar kraaide). En als klap op de vuurpijl zette Baudet weer zijn bekakte stemgeluid op, waarmee hij denkt zich het aura van de intellectueel te verschaffen: ”Ach, 280 of 420 deeltjes,” zei hij, “wat maakt het uit? Op een miljoen deeltjes is dat bijna te verwaarlozen.”
Ja echt. Je gelooft het niet! Hij zei het, midden in ons parlement. Niemand greep in. En was het niet zo dieptriest, dan was het dolkomisch geweest.
Lees ook: Soilmates lanceert olie van afval
Mensen die argumenteren met feiten en getallen hebben het vaak zwaar te verduren. Onze alwetende Nederlander, die overál verstand van heeft, Johan Derksen -ja, ik haal mijn informatie uit de meest onvoorspelbare bronnen- zei onlangs dat die woke beweging niet zo moest drammen. De A10 bezetten en allerlei malligheid uithalen voor het klimaat, onzin vond hij het maar. En hij keek er een beetje bij alsof hij de geur van een verrotte bunzing opsnoof. Tafelgenoot René van der Gijp schoot even uit zijn gierende lach, en zei iets verstandigs: “Ja maar Johan, als je nou echt gelóóft dat het klimaat naar de bliksem gaat, dan is het toch begrijpelijk dat je dat doet?”
“Huh?” wist Johan nog net uit te brengen.
“Ja,” zei Gijp: “Ik geloof ook dat het allemaal zo’n vaart niet zal lopen met die klimaatverandering, maar als je daar nou écht in gelooft, dan is het toch niet zo gek om op de A10 te gaan zitten?”
Ik moest even mijn ogen uitwrijven. Gijp is een stap verder dan Derksen. Hij kan zich tenminste verplaatsen in een ander standpunt. Goddank, er is nog hoop, dacht ik, terwijl Gijp intussen weer in een nieuwe gierende lach was uitgebarsten.
Toen ik aan het eind van mijn bergwandeltocht weer naar het dal afdaalde, kwam er ineens een bijna onweerstaanbare gedachte bij me op: graag zou ik bij Thierry Baudet nog eens een héél klein druppeltje benzine in zijn grote bel wijn willen mieteren. Eens kijken of zijn Chardonnay dan nog steeds zo gemakkelijk weg zuipt.
Bronnen: NRC 20-7-2024, Friederike Otto, Angry Weather, 2019 Greystone Books