Leven met een trui aan

Column #13 Wim Schepens: Leven met een trui aan

Er bestaan veel misvattingen over verduurzaming. Eén van meest voorkomende is dat het veel geld kost. Wie wil verduurzamen moet in de buidel tasten, want ga maar na: het begint met je huis isoleren, dan moeten de zonnepanelen op het dak, daarna alles overzetten van gas op elektra. Hebben we dat achter de rug, dan is de warmtepomp aan de beurt, en als dat is geregeld wordt het tijd voor die nieuwe elektrische auto en laadpalen in de tuin. Kortom, een berg zaken die aangeschaft moeten worden. Soms begint verduurzaming zelfs op een statussymbool te lijken: kijk mij effe goed bezig zijn met mijn nieuwe Tesla! 
Maar voor de meeste mensen is het toch nog even achter de oren krabben voordat de eerste stappen op het verduurzamings pad gezet worden: wat zal dat wel niet kosten? Wie gaat dat betalen? Mooie boel, als ik al die investeringen heb gedaan, kan ik op een houtje bijten. Geen geld meer over om van te leven.

Toegegeven, al deze aanpassingen zijn zeer de moeite waard, en als je het budget ervoor hebt, zou ik het zeker niet laten. En op de lange termijn is er, voor wie dat belangrijk vindt en daarop kan wachten, ook veel financiële winst te behalen. 
En zo zijn we bijna als vanzelf bij de volgende misvatting aanbeland. Want al die Verduurzamingsdingen aanschaffen is mooi, maar in de meeste gevallen geldt toch echt dat juist het nalaten van aankopen een veel grotere milieu-impact heeft. 
Er wordt gehamerd op het stoppen met vliegen en het wegsaneren van vlees uit je dieet. Top! Doen! Dat is pure milieuwinst. Maar een nog veel grotere impact op het milieu dan vliegen of vlees eten, hebben….spullen! Productie van spullen -kasten, kleding, pennen, kopjes, pannen, elektrische apparaten, een onvoorstelbare waslijst aan dagelijkse en minder dagelijkse voorwerpen- levert meer CO2-uitstoot op dan wat dan ook.  

Econoom Paul Schenderling gaat daar in zijn niet genoeg aan te prijzen boek ‘Er is leven na de groei’, uitgebreid op in. Hij pleit voor het stoppen met de aanschaf van nieuwe spullen, tenzij die van hoge kwaliteit zijn, je ze echt nodig hebt, en jarenlang meegaan. Dan mag het. Misschien wat streng in de leer, maar kijk nu, as we speak, eens om je heen: hoeveel spullen zie je niet in één oogopslag die je nooit gebruikt, niet nodig hebt, en waarvan je eigenlijk allang spijt hebt dat je ze ooit hebt gekocht? Dat krukje, die vaas, die handige krultang set, de overbodige lamp? Inderdaad, je hebt er allemaal helemaal niks aan, maar het staat wel voor altijd lekker in de weg. 

Leuk dat je ons vertelt wat we moeten doen en laten, maar hoe zit dat met jouzelf, zul je denken. Mooie praatjes zijn aardig, maar het gaat er natuurlijk om wat je doet. Goed, daar gaat ie. We hebben zonnepanelen, en ons huis is zo goed en zo kwaad als dat gaat geïsoleerd. Geen warmtepomp en geen elektrische auto, maar wel bewust aan het overschakelen van gas naar elektra. 
En toen begon het bij ons thuis ook met de bekende dingen, het laaghangend fruit, zogezegd. De kachel hoeft niet omhoog, achttien graden is genoeg. Je kunt net zo goed leven met een trui aan. Alles went. Na een tijdje merk je niet eens meer dat het huis een paar graden kouder is.

Maar je wilt meer. Onder aansporing van Paul Schenderling cum suis, nam ik me voor zo min mogelijk te kopen. Ik geef toe, dat lukt nog niet helemaal, maar we zijn een flink eind op weg. Ik begin er ook steeds meer lol in te krijgen. Hoe lang kan ik doen met die oude telefoon, schoenen, broeken, koffiezetapparaten, het (tuin)gereedschap en die keukenspullen? Als je een beetje op de kwaliteit let, gaat alles jarenlang mee. De actie van het niet kopen, wordt vanzelf aantrekkelijker dan het wél kopen.
En je kunt er ook een leuk spelletje van maken. Ik houd in mijn hoofd lijstjes bij. Hoe lang is het geleden dat ik in de Blokker ben geweest, in het tuincentrum, in de Hema, in IKEA, de Praxis of bij Rivièra Maison? (Praxis half jaar geleden, Rivièra maison vier jaar geleden, de rest daar ergens tussenin). Hoe lang is het geleden dat ik een nieuw kledingstuk heb gekocht? (Niets sinds mijn stomme internetaankoop van een zomerjasje bij de firma Yieldo). Inderdaad, ondergoed en (sport)sokken willen nog wel eens verslijten, maar als je met kleding niet al te modegevoelig bent, is er een wereld te winnen. Bovendien, áls je dan eindelijk iets koopt wat van goede kwaliteit is, en wat je echt nodig hebt -nieuwe schoenen bijvoorbeeld- dan is de actie van de aanschaf op zijn minst dubbel zo leuk! Hoera, we hebben iets gekocht!

Maar ja, winkelen vind ik nou eenmaal leuk, hoor je dan vaak. Dat klopt. Voor veel mensen gaat het om het winkelen, het eindeloos kijken, snuffelen, zoeken, betasten, passen en meten. Het speurend rondlopen, winkel in winkel uit. Hobby-winkelen dus. Winkelen als vrijetijdsbesteding. En dat geldt niet alleen voor vrouwen, laat je niets wijsmaken. Mannen die urenlang tussen computergadgets snuffelen, stoer gereedschap eindeloos begluren, racefietsen vergelijken, en ja, ook naar een stijlvolle, hippe blouse of trendy maatpak kwijlend van begeerte kijken, zijn echt niet te tellen. De actie van het winkelen is minstens zo belangrijk als de aanschaf zelf.
En dat geldt natuurlijk voor het fysieke winkelen, maar ook voor het digitale shoppen. Wie zit er niet eindeloos achter de laptop zinloze producten te vergelijken, de koop uit te stellen, om zo na een lange middag de computer af te sluiten, in de wetenschap dat je eigenlijk uiteindelijk alleen uit pure verveling maar dat zinloze pennenbakje hebt gekocht? 

Ook voor deze shopping diehards is er een oplossing. Ikzelf heb al meerdere keren de proef op de som genomen. Gezellig door het dorp wandelen, etalages kijken, na een rondje door het park nog eens bij de boekwinkel binnenstappen -erg gevaarlijk voor mij- om vervolgens niets te kopen, en bij de bibliotheek een boek te lenen. Prima, de middag is er geen fluit minder gezellig om geworden.

Natuurlijk doen bedrijven er alles aan om je te verleiden, en je winkelmandje te vullen. Om je onmiddellijk na je click op ‘betalen’, direct door te sluizen naar de button: ‘terug naar de winkel’. Hou je in, niet doen, maak er een sport van, probeer je lol te vinden in het niet kopen. Heus, het geeft je een machtig gevoel ten opzichte van de winkelbedrijven, en als je het over besparingen hebt, is er geen betere methode.

Verduurzaming kost geen geld, het levert geld op. En zoals gezegd, alles went: de kachel lager zetten, het licht uitdoen, een lap op je broek zetten, je kunt het zo gek niet bedenken. Zelfs niets kopen en niets aanschaffen went. En een laatste tip, ook niet onbelangrijk: probeer het leuk te houden, en de lol ervan in te zien. Dat je na een volgende middag die je gezellig samen met je geliefde hebt doorgebracht, en talloze leuke nutteloze dingen door je handen hebt laten glijden, met een blij gemoed en een glimlach op je gezicht in volle tevredenheid thuiskomt, en kunt zeggen: wat leuk! Gelukkig weer niks gekocht!

Schenderling, Paul, C.S. Er is leven na de groei, 2022 Bot Uitgevers.

Waarom duurzaamheid je leven verrijkt? Lees het hier.

Winkelwagen
Scroll naar boven