Vloeibaar goud

Column #27 Wim Schepens: Vloeibaar goud

Eind oktober was het weer zo ver. Het gezelschap was formidabel, en de Italiaanse maaltijden en wijnen waren navenant. Ik had me ontzettend verheugd op de olijvenpluk. *) En bijzonder was het. Want als buitenstaander denk je misschien dat zo’n pluk tamelijk overzichtelijk is, maar het tegendeel is waar. Elke pluk is anders, je kunt er geen peil op trekken. Bij de olijfoogst heb je nou eenmaal weinig te vertellen.
De natuur bepaalt. Want temperatuur, wind en zonuren spelen allemaal een rol. En dan zijn er ook nog eens meer dan vijfhonderd soorten olijven, zoals de Leccino, Frantoio, Taggiasca of Coratina -aan melodieuze namen geen gebrek- die elk weer anders reageren op die omstandigheden.
Vorig jaar hadden we prachtig weer, maar viel er slechts een enkel sneu olijfje aan de takken te ontdekken; dit jaar bezweken de olijfbomen bijna onder het gewicht van de recordopbrengst, maar viel de regen wel met bakken uit de hemel. Het was ongehoord. De boeren uit het dorp, enkelen al de negentig gepasseerd, hadden zoiets hun hele leven nog niet meegemaakt. En het was talk of the town dat er nog geen week geleden enkele kilometers verderop twee Duitse toeristen door een vloedgolf die hun vakantiehuisje wegvaagde, omgekomen waren. Dante’s hel was er niets bij. Het leek wel alsof in elke zin het woordje piovere te horen was. Alle sluizen met regenwater stonden wijd open.

Tja, het is logisch. Het water van de Middellandse Zee was afgelopen zomer zo’n twee graden warmer dan normaal. Er verdampt dus meer water; windje eroverheen, en kom maar op met dat noodweer in Italië. Want hadden eerst Sicilië en Emilia- Romagna het te verduren, eind oktober was Toscane aan de beurt. Al op de eerste dag na onze aankomst was het dorp onbereikbaar voor de buitenwereld. De rivieren Cecina en Trossa traden buiten hun oevers. Zelfs de vurig biddende gelovigen in de kerk kregen natte voeten van de overstroming. Als we door het landschap reden zagen we één grote modderbak en meegesleurde takken en boomstammen.

De brug over de rivier was afgesloten vanwege instortingsgevaar. Dat betekende dat de dorpelingen kilometers moesten omrijden om weer bij de bewoonde wereld te komen. “Tja, met onderhoud nemen de Italianen het niet zo nauw. “Zei Gert, onze gastheer. “Het gevolg is dat bij deze zeldzame wateroverlast bruggen en wegen het dreigen te begeven. Dit is al de derde keer in drie weken dat de brug is afgesloten. Dat betekent dat we praktisch onbereikbaar zijn. Ook voor ambulances en zeker voor vrachtwagens, waardoor de lokale winkels niet bevoorraad kunnen worden.”

Al op de eerste dag van de pluk stuitten we op een ander probleem. Gert was al met zijn jeep de heuvel af gereden om de tien volle kratten geplukte olijven op te halen. Het mocht dan slecht weer zijn, we hadden wel eer van ons werk. En als de olijven eenmaal naar de persinstallatie van de coöperatie waren gebracht, zouden we snel beloond worden met het meest smaakvolle vloeibare goud, zoals de Toscanen de olijfolie liefkozend noemen.

De jeep was al volgeladen. Maar hoe hard Gert het pedaal ook indrukte, met hoeveel vernuft hij ook naar boven probeerde te sturen, de jeep slipte voortdurend weg in de weke modder. We duwden en trokken aan de jeep tot we er door de opzwiepende modderspetters uitzagen als motorcrossers. Maar we kwamen geen steek omhoog.

Nou ja, verder plukken maar. Gert zou eens bij bevriende boeren informeren. Lucciano had een stevige trekker en Stefano had een klein karretje met rupsbanden. Even later kwam Gert druk gesticulerend met de boeren terug, die het terrein aan een grondige inspectie onderwierpen. Na veel gezucht zagen ook zij er weinig brood in. Naar beneden ging nog wel, maar ook zij vreesden niet meer boven te komen, laat staan dat ze een jeep naar boven konden slepen. Ai, ai piovere!

Die nacht werd ik wakker van een ongekende regenbui. Het oorverdovend lawaai van het regengekletter maakte slapen onmogelijk. Zoiets had ik nog nooit meegemaakt. Ik ontdekte dat ik voor het eerst in mijn leven bang was voor de regen. Bang voor het weer: regenangst.

De volgende ochtend stapelden de problemen zich verder op. Ja, de kratten moesten naar boven. Zeker nu het nog voortdurend regende zouden de olijven verrotten zonder ooit bij de coöperatie te komen. Gert had nog een oud busje, maar dat kon alleen op de weg, boven langs het olijvenveld komen. Er wachtte ons een heroïsche taak. Zouden we de kratten niet naar de weg kunnen dragen? En zo begonnen we aan onze onderneming, die in ieder geval het busje van Gert moest vullen met kratten van elk achttien kilo. Driehonderd meter heuvelop door de modder.

Twee kratten per keer naar boven

Gert en zijn vrouw Annelies moedigden ons aan. Toen het busje eindelijk vol was reden ze naar de coöperatie. Een bulderend onweer brak los. En net toen ik thuisgekomen onder de warme douche wilde stappen, stopte de watertoevoer: de elektrische pomp waarmee het water naar boven werd gepompt, zat door de blikseminslag zonder stroom.
Na een volgende felle inslag ging mijn mobiel af: op een paar kilometer van ons huis waren Gert en Annelies overvallen door een stortvloed die van de heuvel af kwam denderen. De auto reed door een muur van water. Berm noch afgrond waren te zien. Half drijvend en half slippend kwam de auto uiteindelijk weer op de weg terecht. Onmiddellijk na dit voorval werd de weg door de polizia afgesloten. De kratten olijven waren dan wel ongeschonden aangekomen bij de coöperatie, maar om weer terug te kunnen moesten Gert en zijn vrouw nog een paar uur geduld hebben, totdat de weg weer begaanbaar was.

Wateroverlast in het dagelijks leven. Inmiddels ben ik weer thuis in Nederland, maar Gert houdt me met zijn appjes op de hoogte. De jeep staat nog steeds beneden aan de voet van de heuvel. Er is intussen weer een recordaantal kratten geplukt. Het weer is verbeterd. Hopelijk kan Lucciano of Stefano over één of twee dagen met de trekker naar beneden om de recordhoeveelheid kratten op te halen.

Kijk, je kunt niet met zekerheid zeggen dat deze perikelen het gevolg zijn van klimaatverandering. Misschien was er zonder dat ook noodweer geweest, al mompelen de oude boeren angstig dat ze zulke waterlawines nog nooit eerder hebben meegemaakt. Je kunt alleen zeggen dat we dankzij klimaatverandering dit soort noodweer steeds vaker zullen gaan zien. En wat ik me vooral realiseerde was dat ik een glimp van een beangstigende toekomst heb gezien. Een toekomst die je niet wilt meemaken.

Ach, peanuts natuurlijk allemaal. Twee dagen na mijn thuiskomst brak de Spaanse watersnoodhel los in de regio rond Valencia: We ain’t seen nothing yet.

En wat gebeurt er met de geheel biologische Toscaanse olijfolie van Gert en Annelies? Die is nu te koop in Henks Buurtsuper in Baambrugge. Ja, toen de eigenaar van de lokale supermarkt ermee stopte, hebben buurtbewoners gezamenlijk besloten de winkel zelf voort te zetten. Een echte coöperatie van vrijwilligers. Een mooi initiatief, en Gert en Annelies doen mee.  De kopers van deze pure, overheerlijke biologische Toscaanse olijfolie in Baambrugge zouden eens moeten weten hoe zeer we voor de olijven hebben moeten vechten, en de olie letterlijk aan de weergoden hebben moeten onttrekken.

Lees het eerste deel over olijvenpluk hier.

Winkelwagen
Scroll naar boven