Uitgelichte afbeelding

Column #3 Wim Schepens: GOEDEMORGEN  VIJG.

Ik waarschuw je maar ‘Goedemorgen vijg’ wordt een soft stukje. Althans, dat denk ik, nu ik het stuk nog eens heb herlezen, en deze eerste alinea toevoeg. 

Soft. Niks voor mij. Als ik eerlijk ben, moet ik bekennen dat ik eerder geneigd ben op de ratio te vertrouwen dan op het ‘gevoel’. Na analyse van feiten kun je naar oplossingen zoeken en iets veranderen. Je bent daarentegen snel uitgepraat als iemand beweert dat ie iets doet omdat ‘dat nou eenmaal zo voelt’. Einde discussie.

En dan volgt nu het stuk:

Ik houd van de natuur en Ik maak me ongerust over de achteruitgang van biodiversiteit en ecosystemen. Ik begrijp het grote belang van de natuur voor de aarde, en ik maak ook wel eens een mooie wandeling. Maar ik ben geen vogelaar, geen doorgewinterde wandelaar die er elk weekend met stevige stappers en verrekijker op uittrekt. Mijn kennis van de natuur steekt schril af bij natuurbeschermers en zelfs bij amateur vogelliefhebbers en NIVON natuurvrienden. Ook ben ik geen typisch buitenmens. Toen ik nog in de stad woonde voelde ik me er als een vis in het water, net als nu in een dorp.

Misschien is mijn blik op de natuur niet zozeer liefdevol, als wel meer “beleidsmatig” te noemen: hoe verbeteren we de natuur en wat kan ik daar met mijn gedrag zelf aan doen, en hoe kan ik een steentje bijdragen om bedrijven en politiek beleid de goede kant op te buigen? Dat is natuurlijk niet te dóen als individu, maar niets doen is geen optie.

Enkele maanden geleden werd me weer eens een ander gezichtspunt in mijn verhouding met natuur aangereikt. In ons gezellige dorpshuis hield Michiel Korthals, emeritus hoogleraar toegepaste filosofie van de Universiteit Wageningen, een voordracht over landbouw en natuur. Zijn betoog kwam erop neer dat natuur tot voor kort miljoenen jaren lang op eigen kracht leefde: het groeide zonder een enkele menselijke toevoeging, uit de grond. Zonder hulpmiddelen bleef het voortleven, en als het stierf diende het weer als voedingsbodem voor nieuw leven. Vegetatie bleef als vanzelfsprekend inheems, exoten bestonden niet. Er was nog geen enkele ingreep van buitenaf, van de mens. Hooguit van vogels of insecten. Een organisch perfect, zichzelf versterkend systeem.

Maar de mens kon dat natuurlijk beter, en vooral sneller, en ging ingrijpen. De mens mocht dat ook doen, want hij maakte geen onderdeel uit van de natuur. Hij wist echter wél wat goed was voor de natuur. 

Maar dat ingrijpen, en dat “het-beter-weten” dan de natuur zelf, zorgt ook weer voor problemen: stoffen die we toevoegen worden moeilijker afgebroken, sommige planten verdrijven andere, omdat zij gebruik maken van het ingrijpen van de mens en andere niet. En planten groeien dan wel beter door gebruik van kunstmest en pesticiden, maar voor de bodem en de waterkwaliteit is dat niet altijd even positief. Die prachtige, organische en natuurlijke balans van alles wat leeft, is in rap tempo aan het verdwijnen.

Volgens Michiel Korthals gaat het vaak mis omdat we ons boven de natuur verheven voelen: wij zijn beter, weten het beter, en kunnen naar hartenlust ingrijpen, omdat we impliciet denken dat we boven  de natuur staan en er geen onderdeel vanuit maken.

Niet ingrijpen dus, ik sta niet boven de natuur, ik maak er onderdeel vanuit. Ik voegde de daad bij het woord. Ik las ergens dat het verstandig is om je gras in mei niet te maaien, omdat dat niet goed is voor insecten. Niet maaien, gewoon z’n gang laten gaan dat gras.

Nou ben ik niet zo’n maaier, maar nu ik bewust deze maand niet heb gemaaid, zie ik een verbluffend resultaat: meer bloemen en meer gegons.

Goedemorgen vijg
Mijn gazon

En mijn nieuwe inzicht werd versterkt toen ik onlangs een artikel in de krant las over eco filosoof Matthijs Schouten, hoogleraar natuur- en landschapsbescherming aan de Universiteit van Cork. Volgens hem zijn de problemen ontstaan omdat we de natuur als een ‘ding’ beschouwen. “We moeten de natuur gaan zien als een ‘jij’ in plaat van als ‘het’. Als een persoon dus. 

Hij vertelde dat hij CEO’s wel eens de raad gaf om vijf minuten stil te zijn in hun tuin of in de natuur. En een boom, plant, bij of insect als een persoon te zien. Het resultaat is verbluffend, je krijgt meteen een andere relatie met de natuur.

En dat dieren meer op ons lijken dan we denken, dat ze bewustzijn hebben, plezier kunnen hebben of verdrietig kunnen zijn, wordt steeds duidelijker. Tot voor kort namen we dat misschien aan voor zoogdieren. Recent onderzoek toont aan dat ook octopussen bewustzijn hebben, en dat kleine slipvisjes zichzelf kunnen herkennen in de spiegel. Er zijn bijen waargenomen die samen plezier beleefden aan het spelen met een balletje, zonder dat dat enig aantoonbaar nut voor ze had. 

>> Lees ook: Kröller-Müller presenteert van 23 maart tot en met 15 september 2024: ‘Door de bomen het bos’

Annabelle Dufourcq, filosofe aan de Wageningen University meent dat dergelijke ontdekkingen ons eigen nadenken over de natuur sterk zal laten veranderen, en dat we het ethisch steeds moeilijker krijgen om dierenleed te accepteren. Een verandering die nu al in versneld tempo gaande is. Misschien kijken we over honderd jaar wel vol schaamte terug naar het begin van de twintigste eeuw, toen bijvoorbeeld de bio-industrie, de dierenslavernij, nog bestond en we de natuur eigenhandig verschraalden met chemische hulpmiddelen. “Hoe konden ze toen zoiets doen?” zullen verbaasde kinderen aan hun ouders vragen.

Tja,  het lijkt mooi gepraat voor mensen die toch al in een groene bubbel zitten. Maar vindt zo’n fundamenteel andere houding ten opzichte van de natuur ook weerklank onder brede lagen van de bevolking?

Matthijs Schouten denkt van wel. Hij ziet een kantelpunt in het denken over de natuur ontstaan als twintig tot vijfentwintig procent van de bevolking een dergelijke zienswijze omarmt. ‘Ik zie zo’n kantelpunt dichterbij komen dan het ooit in mijn leven is geweest. Ik ben optimistisch,” zegt hij.

Oké, stel je open wees vijf minuten stil, je staat niet boven de natuur, je maakt er onderdeel vanuit. Zie de natuur als ‘jij’, niet als ‘het’, prentte ik me in.

Vorig jaar kregen wij een vijg cadeau die we een zonnig plekje in de tuin gaven. In de winter bleef het een armetierige plant. We hadden de hoop eigenlijk al opgegeven. Zou hij de winter doorkomen?

Vanochtend liep ik door onze tuin en plotseling, zonder dat ik er bewust naar toegelopen was, stond ik voor de vijg. Ik bleef zo een klein minuutje staan. Ik dacht: zie de natuur als ‘jij’, niet als ‘het’.  En ineens, zonder erbij na te denken, zei ik het:

 “Goedemorgen vijg, gaat het goed met je?” 

Enigszins beschaamd draaide ik me om. Stel je voor dat de buren me hadden gehoord.

Maar ik zag ook dat de vijg zich geheel op eigen kracht, zonder ingrijpen, kranig had geweerd, en al een leuke vijg was geworden.

Goedemorgen vijg

Ik draaide me nogmaals om naar de vijg en gaf hem stiekem toch nog een bemoedigende knipoog. “Geniet maar lekker van het mooie weer vandaag,” zei ik er stilletjes achteraan, terwijl ik met een goed gevoel weer naar binnenliep. 

Noot:

  • Filosoof en ecoloog Matthijs Schouten: ‘Toch ben ik hoopvoller over de natuur dan ooit’.
  • NRC 16-4-2024 door Wouter van Noort
Winkelwagen
Scroll naar boven