Dit weekend, de grand prix in Zandvoort! En om iedereen meteen maar gerust te stellen: ik heb niets met auto’s. Gewoon een vervoermiddel, voor van A naar B. Volksstammen denken daar heel anders over, dat zie ik regelmatig om me heen. Als bij mijn tennisclub iemand weer eens een nieuwe bolide heeft gekocht -ja, bij mijn club zijn de auto’s groter dan gemiddeld- zie je de blikken naar de parkeerplaats afdwalen.
Sommigen lopen er met enige eerbied naartoe, alsof ze een heilige tempel gaan betreden, terwijl anderen er niet naar om kijken. Sommigen snuffelen als loopse hondjes rondom de wagen, en als de trotse eigenaar in de buurt is, wordt voorzichtig gevraagd of ze er even in mogen zitten; of de motorkap open mag, en godbetert, of ze er een stukje in mogen rijden. Vroaaaooom…., lekker geluidje! Opgewonden mannendans rond een stuk blik.
En hetzelfde geldt wat mij betreft voor de Formule 1. Je kunt me voor sport wakker maken, zowel om te doen, als om naar te kijken: voetballen, tennis, wielrennen, atletiek, honkbal, ik lust er wel pap van. Chauvinisme, en vooruit, enig machismo, is me daarbij niet vreemd. Als ik de elftalfoto’s zie uit mijn jonge jaren, zie ik een stoer ventje met lang haar, de armen vastberaden over elkaar. ‘Kom maar op!’ lijk ik te zeggen. Het ziet er in ieder geval heel wat zelfverzekerder uit dan ik toen in werkelijkheid was, maar dit terzijde.
Maar Formule 1? Nooit een klap aan gevonden. Dat is geen sport! Wie de beste auto heeft wint. Je gaat toch ook geen Tour de France rijden met renners die over 30 versnellingen en aerodynamische outfit beschikken, en mannen die op een ouwe opoefiets rijden? Wat is dat voor onzin sport!
En toen was daar ineens, een paar jaar geleden: Max. Verdomd, zou hij kunnen winnen? Ik betrapte me erop dat ik toch wel eens het laatste kwartiertje van de Grand Prix aanfloepte. En Max werd zelfs wereldkampioen! Weliswaar op de meest oneerlijke manier waarop er ooit iemand wereldkampioen is geworden, maar dat deed er voor ons niet toe. Hij lag mijlenver achter Lewis Hamilton, toen de race vanwege een crash elders op het circuit een ronde voor het einde werd stilgelegd. Max mocht vervolgens bij de herstart, uiterst oneerlijk, pal achter Hamilton vertrekken, waarna hij vanuit diens slipstream komend, gemakkelijk als eerste over de finish zoefde. Was Max Hamilton geweest, en Hamilton Max, dan was Nederland uit zijn voegen gebarsten van frustratie en boosheid over al het onrecht dat ons ten deel was gevallen. Maar daar hoor je verder niemand over.
Anyway, het was spannend, en ik ging kijken. Reuze knap, die coureurs. Schakelen als neuroten, bijna uit de bocht klappen…, lang niet gek. En Max was de beste. En ook al is hij een Belg, hij is toch een Hollander, dus van ons! Rijp voor een overdosis chauvinisme. Ja hoe dat precies zit, ga ik hier nu niet uitleggen.
De eerste Grand Prix in jaren in Nederland was een feit. Zandvoort, wat zeg ik, Nederland stond op zijn kop. Ik denk dat het oorverdovende Formule 1 kabaal ertoe bijdroeg dat de dronken Oranje massa alle remmen, ook die van de betamelijkheid, losliet. E-races zullen nooit populair worden, omdat al die rondjes zonder geluid strontvervelend zijn. Naast de drank is het geluid immers de helft van de Formule 1 fun.
Na Zandvoort 1 begon er iets te knagen bij mijn opkomende interesse in Max en Formule 1.
Bovendien vond ik Max niet sympathiek. Toen autocoureurs gingen knielen voor Black Lives Matter, deed Max niet mee, omdat hij er ‘op zijn ‘eigen manier aandacht aan wil besteden’, zo beloofde hij. Daar hebben we nog steeds niets van gemerkt. Die aandacht voor Black Lives Matter moet blijkbaar nog komen.
Ook verkaste hij naar Monaco om belasting te ontduiken, en vloog hij met privéjets van Eindhoven naar Schiphol, en Maastricht naar Parijs, en wat al niet.
De coureurs in Zandvoort vonden ondertussen dat ze met hun bolides van het rennerskwartier over het strand naar het circuit moesten kunnen rijden, want dat scheelde tijd. Nul milieubewustzijn bij het Formule 1 circusvolkje. Ternauwernood konden milieuorganisaties en Zandvoortse burgers hier een stokje voor steken.
Ik moet toegeven, de races werden weer oorverdovend saai. Max startte, reed op kop, en won. Kijken naar het groeien van gras is opwindender. Mijn desinteresse, zelfs mijn afkeer voor de Formule1, stak weer de kop op. Kijken deed ik niet meer. Formule1 en Max konden me gestolen worden.
Tot het begin van dit seizoen. Norris en Max waren in een bloedstollend gevecht gewikkeld, zag ik op mijn telefoon. Ik kon het niet laten. Knip, tv aan. Jezus wat een race! Met doodsverachting probeerden de kemphanen elkaar in te halen. Max won met teenlengte voorsprong. De adrenaline spoot ook bij mij de oren uit.
Lees ook: Botanische zeep ontwikkeld door de Hortus Amsterdam en Nature Bar
Maar gelukkig hervond ik mij. Deze keer bleef mijn interesse tot één race beperkt. Een wereld die zó ingaat tegen werkelijk álles wat maar met milieubewustzijn te maken heeft, daar kan ik toch niet in blinde adoratie achteraan lopen? Een club mensen die aan elkaar hangt van milieuvervuiling, geluidsoverlast, privéjets, belastingontduiking, maling hebben aan klimaat of natuur, daar kan ik toch niet naar kijken? Een sport die model staat voor verspilling en CO2-uitstoot, daar moet ik me toch tegen verzetten?
Laat ik het Max-Norris gevechtje als een laatste stuiptrekking van irrationeel chauvinisme beschouwen. Ik kijk geen Formule 1 meer! Is dat een statement? Is dat ook een vorm van milieu-activisme, of slaat het helemaal nergens op, dat niet kijken? Vrienden van me vroegen laatst of ik deze zomer gezellig meeging naar de Grand Prix. Gratis kaartjes van het bedrijf! VIP- behandeling, leuk toch? Met enige twijfel hield ik desondanks stug vol: nee ik ga niet mee.
Misschien, is het toch een heel klein, pietepeuterig mini-daadje van verzet. Het voelt gewoon niet goed, die Max met zijn Formule1. En ja, Ronaldo en Messi rijden ook in bolides, dat weet ik heus wel, maar daar lopen ze in ieder geval op het voetbalveld zélf, niet mee te koop. Gelukkig mag ik van mezelf nog wel voetbal kijken. Het moet niet te gek worden.
Het heeft even geduurd, maar Max en Formule 1 heeft voor mij, definitief afgedaan. Mijn bezwaren tegen de sport hebben langzaam maar zeker mijn (kijk)gedrag veranderd. Noem me een Formule 1 gewetensbezwaarde.
En nu maar hopen dat Norris en Max niet wéér in zo’n spannend gevecht belanden, want dan pas kunnen we écht zien of mijn bezwaren sterker zijn dan stompzinnig chauvinisme, want ik vrees dat in zo’n geval mijn vinger de vermaledijde afstandsbediening in no time weet te vinden.